Vroeg dag. Net iets voor zevenen meld ik mij op de afgesproken plaats in de Wieden. Ik ben uitgenodigd om met een paar echte vogelaars (Machiel, Jan en Geert) de aalscholverkolonie hier te bezoeken. De andere 3 zijn er al, en we stappen dan ook direct in het bootje van Boswachter Ronald die ons zal afzetten. Al na 50 meter zie ik rechts een drietal reeën lopen. De camera zit nog in de rugzak...
Ronald zet ons af en doet het hek achter ons op slot. Over een uurtje 5 zal hij ons weer oppikken. Hopen we. De hut is een meter of 25 lang en we hebben hem helemaal voor ons alleen. Ik tel ze niet, maar bovenin de bomen hier zitten tientallen nesten. Vlakbij. Sommige aalscholvers zitten zo’n beetje de hele ochtend op het nest, andere zijn druk in de weer met het aanvoeren van nestmateriaal. Jongen zien we nog niet. Wel eierschalen.
Aan het einde van de winter krijgt de aalscholver broedkleed en verschijnt er een witte vlek op de heupen. Meerdere aalscholvers hebben nog de voor de lente kenmerkende witte oorpluimen. Beide mooi te zien op de foto hiernaast. Net als de vele vogels vliegen de uren werkelijk voorbij. Er heerst rust in de hut. Soms maken we een praatje of delen we een foto, maar het grootste deel van de tijd doet ieder zijn eigen ding. Hopend ook op die ene prachtige foto.
Als we rond half 1 de hut verlaten zien we Ronald al aankomen. Als we weer in het bootje stappen hebben we een heerlijke ochtend gehad en veel gezien. Andere soorten vanochtend: knobbelzwaan, tortelduif, grauwe gans, blauwe reiger, witte kwikstaart, bruine kiekendief, rode wouw (!), buizerd en grote bonte specht. Van die laatste alleen het geroffel, omdat ie naast/achter de hut uithing.