Noordse witsnuitlibel

Groter dan de venwitsnuit- , en even groot als de gevlekte witsnuitlibel. Een open deur is natuurlijk de witte snuit. Het achterlijf is donker met lichte vlekken; ♂ donker met rode vlekken; ♀ zwart met gele vlekken. Niet uitgekleurde ♂ is geel, maar heeft smaller achterlijf en dichterbij elkaar staande achterlijfsaanhangselen. Pterostigma uitgekleurde ♂ is roodbruin.

Lijkt op de venwitsnuitlibel, maar is (dus) een slagje groter en de vlekjes zijn groter en er zijn er meer van.

Bij ♂ bedekken de vlekken op S3, 6 en 7 doorgaans meer dan de helft van het segment (bij venwitsnuitlibel bedekt vlek op S3 minder dan de helft van het segment en de vlekken op S4 en 5 zijn klein en soms helemaal gereduceerd).

De ♀ heeft, in tegenstelling tot de venwitsnuitlibel geen kleine zijvlekjes op S3-5 en wel een brede band op de segmentgrens tussen S2 en 3. Verder zijn de de kleppen van de legschede aan de onderzijde van het achterlijf, bij de voorrand van S9, kenmerkend. Bij de noordse zijn deze zeer kort en niet zichtbaar. Bij de venwitsnuitlibel zijn ze zichtbaar maar klein en duidelijk uit elkaar staand. Voor de volledigheid: bij de gevlekte zijn deze zeer groot, breed en tegen elkaar aanliggend.

Tot slot valt de geheel gele voorrandader op, die bij de venwitsnuitlibel tot de knoop zwart is.